donderdag 18 juli 2019















Markabygda - Borås Gården 24km

Nog voordat de wekker afging waren we al wakker.
De zes grote ramen in deze slaapzaal hadden dan wel veduisteringsgordijnen maar dat was nog geen verzekering dat we eens lekker uit konden slapen.
We zetten een flinke pot koffie, ontbeten met wat we nog hadden.
Sieb had gisteren al lekker omelet gebakken voor de lunch en dus waren we al om 8.30uur vertrokken.
Het eerste stuk was een flinke klim over asfalt.
We keken uit over graanvelden en weiden waar we twee kraanvogels zagen rondlopen.
Het was een rustige weg met zo af en toe een prachtig uitzicht op meer: Movatnet.
Er zouden nog meer meren volgen.
Bij een boerderij gingen we een tolweg op, een zogenaamde bomvei.
Wij hoefden geen tol te betalen maar automobilisten wel om met dat geld de weg te onderhouden.
We liepen langs akkers waar we herten zagen grazen en niet veel later kwam er een stuk van 18km grindweg.
Links en rechts van ons was of moeras, of bos, of een meer, of rotsen.
De bloemen groeiden weelderig in de berm en het moeras, de vlinders fladderden gezellig om ons heen en de muggen die dachten ons beet te kunnen nemen kwamen bedrogen uit :-)
De weg ging flink op en neer, soms zelfs stijl omhoog en pittig naar beneden wat bij deze temperaturen, rond de 30 graden, erg vermoeiend was.
Maar wat waren de uitzichten mooi.
Langs de weg zagen we een smal naar de rand van de berg lopen met een schitterend uitzicht over het meer Bulandsvatnet.
Naar beneden kijkend zagen we pas op wat voor klif we stonden, het ging zeker 50m recht naar beneden, we keken tegen de kruinen van de bomen aan die langs het water stonden.
We namen er een half uurtje rust en liepen verder om bij een picknickplaats bij het volgende meer te eten.
Achteraf was dat een flinke tippel, we hadden niet verwacht dat het ons zoveel tijd zou kosten maar tenslotte kwamen we er tegen twee uur aan.
Drie picknicktafels, een vuurplaats en een strandje, wat wil een mens nog meer ?
Allereerst deden we onze schoenen uit en staken de voeten heerlijk in een paar tenenslippers, we maakten bouillon, aten onze boterhammen en koelden af in het water wat glashelder was.
Wat een fijne plek, we zaten er geruime tijd en zagen pelgrims langskomen die we al een paar dagen niet gezien hadden.
Het was duidelijk dat ze allemaal naar dezelfde plek gingen: Borås Gård.
Het was nog maar twee kilometer naar de volgende stop maar we sleepten ons over de weg, het was zo warm.
Eenmaal in de herberg aangekomen hebben we eerst een kwartier liggen slapen toen onder de douche en nu lekker aan de thee.
In de tuin kijken we tegen een bergmassief aan, groene sparren en een blauwe lucht met her en der een wolk.

Foto’s 17 juli















16 juli Munkeby - Markabygda

In de Stabur was het zo rustig dat we alle twee prima hadden geslapen.
We ontbeten bij de boer in de eetkamer en maakten ook een lunchpakket klaar.
Er waren gekookte eieren van wel 7cm groot, zo groot hadden wij ze nog nooit gezien.
Erg lekker met kaviaarboter !
Nog voor negen uur waren we onderweg.
Eerst hadden we een paar bochten over het asfalt waarna we over een bospaadje liepen wat net breed genoeg was voor één persoon.
Heerlijk was het, de zon scheen door het bladerdak op het pad en licht stijgend kwamen we na een dik uur op de top van de eerste berg aan.
We hadden een prachtig uitzicht, de bergen aan de andere kant van het dal leken wel van plumpudding, geen begroeiing omdat ze boven de boomgrens uitstaken.
We kwamen uit op een kiezelweg die we geruime tijd volgden.
Gelukkig hadden we de route als GPS in onze telefoon staan want we zouden haast denken dat we verkeerd liepen omdat er gedurende zes kilometer helemaal geen aanwijzingen waren.
Aanvankelijk liepen we omhoog wat we onderbraken door via een smal zijpaadje naar een huisje met terras te lopen waar we koffie maakten.
We zaten midden in het bos.
Aan een stuk of zes bomen hingen vogelhuisjes wat me deed denken aan de plek waar we de as van mijn moeder hebben uitgestrooid.
Daar hadden we toen ook vogelhuisjes opgehangen....
Na de koffie ging het gestaag bergopwaarts, de uitzichten werden steeds mooier.
Na de top kwam er een lichte daling en zagen we een groot meer liggen : Tomtvatnet.
Er was een smal paadje van zo’n 100m naar het water toe.
Schitterend, ademloos hebben we daar een poosje staan kijken, zo mooi.
Maar we waren er nog niet, de derde berg diende zich aan en wat voor een.
Eerst ging het over een kiezelweg bijna stijl omhoog, vlakte iets af maar ging daarna nog anderhalve kilometer flink omhoog.
Langs de weg vonden we de eerste bosbessen en bergbramen, heerlijk :-)
Het laatste stuk klimmen was over het land van een boer die ons liever zag gaan dan komen.
Het pad ging langs het hek, toen over het hek waardoor we in de wei met koeien kwamen waarvan er eentje wel heel nieuwsgierig was en resoluut op me af kwam lopen.
Na de ervaring van vorig jaar ben ik daar toch een beetje huiverig voor geworden maar het beest snuffelde aan m’n hand en broek en liep naar Sieb om hetzelfde te doen.
Gelukkig was het hek niet ver meer en of ik wilde of niet, ik versnelde m’n pas en maakte dat ik de wei uitkwam :-)
Daarna hebben we onze padvinderscapaciteiten (die we alle twee helemaal niet hebben) laten gelden om al spoorzoekend een weg te vinden naar het pad onder een stel lichtmasten.
Van een pad was op die plek helemaal geen sprake maar aan het platgetrapte gras zagen we waar we heen moesten.
En ja hoor, daar waren weer aanwijzingen !
We hebben boven op de berg onze boterhammen gegeten, wat een uitzicht !
Later bleek dat we precies op het punt hadden gezeten waarvandaan het nog 100km lopen naar Trondheim is.
Je zou zeggen dat we uitgerust aan de afdaling begonnen maar we moesten ons zo concentreren op het pad door het bos dat we na een kilometer al misstappen maakten.
Op zich niet erg maar het pad ging door veenmoeras en elke misstap betekende een natte schoen en bij een paar misstappen ook natte voeten.
Soms liepen er kleine stroompjes water over het pad of hadden de stroompjes het pad ingepikt waardoor wij een uitwijkmogelijkheid moesten bedenken.
Het gekke was dat het veenmoeras zich bij elke berg op dezelfde hoogte bevond maar daar hoefden we niet altijd doorheen te lopen omdat er een verhoogde kiezelweg was aangelegd.
Kortom, het pad door het bos was erg nat en daardoor vermoeiend.
Na het veenmoeras veranderde het bospad van nat naar droog maar toen struikelden we over boomstronken, maakten we glijers over natte stenen en was het op sommige plaatsen zo stijl naar beneden dat we de bomen vastpakten om onze balans te houden.
Het werd tijd dat we weer in de bewoonde wereld kwamen.
Langs een boerderij, Torset Gård, keken we ineens over een vallei uit.
Over een verharde weg ging het naar beneden het dal in, door het dorpje Markabygda om bij de kerk te stoppen waar ons onderkomen voor vannacht was in het ernaast gelegen Parochiehuis.