zaterdag 16 juni 2018

De Tobogan is overleden

Hoi allemaal.

Wat een pech gisteren en ook weer geluk.
De pech is natuurlijk dat mijn trouwe volgkar overleden is.
Maar geluk dat het maar vijf honderd meter van de slaapplaats verwijderd was.
Wat is er gebeurd.
Tijdens het lopen werden de trekbomen steeds langer en dat is zeer hinderlijk.
Bij elke stop corrigeerde ik het.
Maar de laatste kilometers door het bos waren erg zwaar en op en af, boomstronken en dikke keien.
Op een gegeven moment zat er een stok tussen de spaken en dan kom je echt niet verder.
Ik zie er niets van wat er achter mij gebeurd dus voordat ik in de gaten had dat die tak/boomstronk mij tegen hield, had ik al aardig aan de kar lopen sleuren.
Daardoor zijn beide trekbomen geheel uitgeschoven.
Een paar km verder was er een aardig hoogteverschil te overbruggen.
De kar komt dan met een smak op de grond en daar kon hij niet tegen: de trekboom brak af op het schroefdraad, juist het zwakste punt.
Elke verbetering is nog geen vooruitgang.
Had sommige zaken beter afgesteld maar was beter geweest van niet.
Daarom heb ik de laatste 500 à 1000 meter wat anders verzonnen wat niet helemaal de oplossing was.

Wat ze in Afrika kunnen kan ik ook .
Dus de boel op het hoofd het laatste stuk.
Was goed te doen.
Wat nu Tompoes?
Repareren was een optie, er was op de boerderij een hele werkplaats.
Maar is het dan in een keer goed.
De kans was groot dat ik dan steeds weer bezig was en het karretje een deel van het plezier zou bederven.
Vandaag dus een nieuwe ryggsekk gekocht, zoals de Noren zo’n ding noemen.
In de winkel de inhoud van de plunjebaal in de rugzak gedaan, 75 liter, wat een ding alles paste wel.
Bij de kassa het kaartje laten scannen, betaald en hulp aan de wandel.
Onderweg steeds weer wat veranderen.
Als ik hem afdoe tijdens het rusten, kost het weer ff voor hij goed zit of het lukt helemaal niet.
Toch prima gelopen en ik ben in een prachtig onderkomen aangekomen.

De groeten lieve blogspotvolgers tot de volgende keer
Siebren

Foto’s 16 juni















foto’s 15 juni

















16 juni

Het is wel raar als je ‘s nachts wakker wordt en het is licht terwijl het pas 3.00 uur is.
Nog 5 dagen dan is het midzomernacht en dat is te merken, het is altijd licht.
Als we naar bed gaan, als we er ‘s nachts uit moeten, als we opstaan.
Ons mijnwerkerslampje had thuis kunnen blijven :-)
Dankzij onze oogmaskers werden we pas om 8.00 uur wakker, ontbeten en vroegen onze gastvrouw of ze tijd had ons naar het station in Kløfta te brengen met de auto waarvandaan we met de trein naar Jessheim wilden.
Gisteravond had dat nog zo’n goed plan geleken maar haar hond, een Ierse Setter, was afgelopen nacht van 8 puppies bevallen.
Gelukkig was er een vriendin bij haar en had ze tijd ons weg te brengen.
Via internet had Sieb een winkel gevonden die sportkleding en aanverwante zaken verkocht, de XXL. Een vriendelijke Noor wees ons de weg naar het winkelcentrum.
De keuze was reuze !
Na anderhalf uur passen en meten, wikken en wegen, viel de keuze op een groene Noorse rugzak met een inhoud van 75 liter.
Het was de enige “ryggsekk” waar alles inpaste wat Sieb op zijn karretje vervoerde.
Het karretje zelf had hij vanmorgen in de afvalcontainer gedumpt bij de boerderij waar we logeerden.
We begonnen met een kop koffie, kochten wat broodjes en sap voor onderweg en begonnen aan een tocht van ruim 22km.
Na Jessheim liepen we al snel door een bos, kwamen we langs diverse meertjes maar we hebben toch ook wel veel asfalt onder de voeten gehad.
Twee keer waren we het spoor bijster, een keer op kruispunt en een keer in een park.
De GPS wist gelukkig waar we uithingen.
In het park kwam een echtpaar ons te hulp en toen ze hoorden dat we naar Trondheim liepen zeiden ze: loop maar achter ons aan.
Ze zagen er niet naar uit dat ze die nog bijna 600km op slippertjes gingen lopen maar we liepen met ze op en kwamen meer te weten over het prachtige meer en de omgeving.
Het bleek dat alles van zijn vader was geweest en na zijn overlijden naar een nicht was gegaan die het openstelde voor publiek.
De boerderij stond al 40 jaar leeg, de familie woonde op een steenworp afstand in andere huizen.
Zonde, zonde, het was echt een prachtige boerderij in de Noorse kleuren rood en wit maar hij vertelde dat er teveel onderhoud aan was.
Tijdens het wandelen was ons opgevallen dat overal het gewas nog niet echt hoog stond, op sommige plekken tussen het graan was het zelfs dramatisch, daar groeide niets.
Door de droogte en de hittegolf van dit voorjaar wordt verwacht dat de oogst enorm tegen zal vallen.
Her en der werd wel gesproeid maar buiten het bereik van de sproeiers groeide weinig.
Ook vandaag was een warme dag en waren we blij hele stukken door het bos te lopen, op het asfalt was het warm maar daar kwamen ons steeds wielrenners tegemoet die vandaag van Lillehammer naar Oslo fietsten: de Styrkeprøver.
Om 17.30 uur kwamen we aan in Risebru waar we met twee Belgen in de Pelgrimsherberg slapen, een schattig tuinhuis.
Na een warme douche lekker gegeten en nu genieten we van een lekker kopje caffeïne vrije koffie in de tuin van onze gastvrouw.

15 juni

Om maar met de deur in huis te vallen: Sieb zijn karretje is kapot, niet meer te repareren.
Z’n 500 meter voordat we bij de eindbestemming bereikten brak een van de poten in tweeën dusdanig dat reparatie zinloos was.
Met de plunjezak op zijn rug, karretje eraan vast, liepen we door het bos en langs een akker zo naar ons onderkomen.
Op een flinke afstand zagen we de boerderij al liggen.
Vanavond slapen we in een Stabur, een traditionele voorraadschuur, op een prachtig plekje aan de rand van het weiland.
Maar we vertrokken vanmorgen om 10.00 uur na een uitgebreid ontbijt.
Veel Noors eten hebben we geprobeerd: gerookte en gebakken zalm, een paar stukjes gedroogde worst, donker brood met zaden, verschillende soorten huisgemaakte jam en toe yoghurt met bosbessen.
We rolden nog net niet de oprijlaan af :-)
Het was prachtig weer, een blauw lucht met her en der een wolk.
Er woei een stevige wind maar die hadden we het grootste deel van de dag in de rug.
Het was een fantastische dag met een route die al snel van de weg afweek en ons langs akkers en door bossen voer.
Bij een kerk stond een mooi standbeeld van Sint Olav en er was een brievenbus met daarin het stempel van de kerk om zelf te plaatsen in onze credentials.
Lekker kuierend kwamen we aan in Frogner waar we een lekker bakkie bestelden en bij de Kiwi brood en twee bekers yoghurt kochten waarvan die twee laatsten meteen verorberd werden :-)
Vanaf daar was het nog 6km naar Arteid Vestre.
Via een asfalt weg kwamen we bij een paaltje waarop stond dat we naar rechts moesten maar er was helemaal geen rechts !
Dus wel, een overwoekerd paadje bracht ons naar de rand van het bos waar we aan een stevige klim begonnen.
Het bos leek op dat van gisteren maar nu zonder gladde stenen en natte boomwortels.
Dat maakte het klimmen een stuk makkelijker totdat er ineens een luid geluid van een “knak” was, Sieb zijn karretje was in tweeën gebroken.
Met de handen in het haar werd de boel in ogenschouw genomen maar er zat niets anders op dan het harnas te gebruiken om de plunjezak vast te zetten en zo de boel op zijn rug te dragen.
Nog voor we bij de boerderij waren moest het wiel eruit, viel er een stuk pijp uit en zakte het hele gevaarte naar de grond waardoor het nog een paar keer omhoog gesjord werd om uiteindelijk op zijn hoofd de laatste 100m vervoerd te worden.
De jongedame die de Stabur verhuurde was aller vriendelijkst en probeerde waar mogelijk te helpen.
Omdat repareren geen optie is heeft Sieb besloten een rugzak te kopen.
Morgenochtend brengt onze gastvrouw ons naar het volgende dorp waar een sportwinkel is die alles heeft wat hij nodig heeft.
Zo niet dan gaan we met de trein naar Jessheim waar meerdere sportwinkels zijn.
Nu eerst genieten van dit leuke onderkomen, een mooie donkerrode Stabur.