Gisteravond hadden we voor drie musea kaartjes gekocht met een tijdslot.
We lazen op internet hoe lang we per museum aan tijd nodig hadden en deelden de dag daarmee in.De wakker liep om 6.30uur af.
Het eerste museum ging om 8.00uur open maar de bussen reden pas vanaf 10.00uur.
Dus gingen we lopen, dat hadden we deze vakantie nog niet gedaan :-)
Het was niet alleen muisstil op straat maar ook in het Benesse House Museum, waren we de enige bezoekers op dit vroege uur.
Het museum is een ontwerp van Tadao Ando die alle musea op Naoshima heeft ontworpen.
Ze zijn allemaal van beton gemaakt en in de heuvels gebouwd zodat ze nauwelijks zichtbaar zijn in het landschap.
Vanuit het museum heb je wel een prachtig uitzicht op de Japanse Binnenzee en de groene natuurlijke omgeving.
Vanaf de ingang liepen we een grote ruimte in met een cirkel van gesprokkeld hout.
De trap af hoorden wij drie houten gestalten geluid maken.
De kaken gingen open en dicht terwijl er een bandje afspeelde met zoiets als: blablablabla.
Er hingen driedimensionale, kleurrijke schilderijen, in een hoek met spiegels stonden soldaatjes opgesteld zodanig dat je dacht dat er een heel leger stond.
In het plafond en de muren waren ronde ramen waar het licht door naar binnen scheen.
Ando wilde graag dat het licht van buiten van invloed zou zijn op de kunst die binnen hing.
Vandaag was het prachtig weer met een strak blauwe lucht wat zorgde voor veel licht.
In een ruimte gingen we een trap op die nergens naartoe ging.
Er zat in een van muren een raam.
Vanaf de trap zagen we door dat raam de receptie van het museum, een levend
schilderij :-)
Via de kust liepen we verder want overal stond kunst.
Soms bewoog het, soms was het verroest, meestal moesten we even zoeken omdat het goed verstopt was maar dan zag je wel ineens het dak van het museum, of een glazen wand daarvan of een soort van garage met daarin 2 grote, zwart granieten ballen.
Lang niet alles vonden wij mooi maar de blauwe achtergrond gaf het geheel toch een positieve draai :-)
We kwamen bij een deel waar allemaal grote zilverkleurige ballen lagen.
Ze lagen met tientallen in een vijver waar de wind vrijspel op ze had en ze, op dat moment, van rechts naar links bewogen waardoor ze tegen elkaar aanbotsten wat weer een zacht tingelend geluid maakte.
Ook lagen ze in een betonnen gebouw en in de tuin ervoor.
In een perk stonden 88 Buddha’s die de Henro symboliseerden.
Daarna was het tijd voor het Chichu Art Museum, ook van beton, ook in een berg.
Daar mochten we binnen niet fotografen.
De blauwe lucht, de wit/grijze muren en de schaduwen waren al kunst op zichzelf.
Binnen was een zaal met waterlelies van Monet.
Omdat er net een wolk voor de zon schoof, werd de zaal donkerder en daarmee ook de schilderijen.
Heel maf!!
Wat ook maf was, was het werk van James Turrell die vond dat licht zelf al kunst was.
Op kousenvoeten mochten we met 8 personen een zaal in.
Daar moesten we in een rij gaan staan voor een brede trap.
Toen de suppoost een teken gaf, liepen we naar boven een zaal in waar we na een meter moesten blijven staan.
Vervolgens veranderde de muur voor ons van zacht wit/geel naar hard roze/oranje.
We kregen het idee aslof we iets teveel LSD hadden gebruikt :-)
Als klap op de vuurpijl stonden we in de rij voor een zaal waarvan we geen idee hadden wat we te zien zouden krijgen van het werk van Walter de Maria.
Voordat we de zaal ingingen moesten onze schoenen uit en werden we verzocht stil te zijn.
Het was prachtig!
De zaal was helemaal grijs/wit met een trap over de hele breedte.
Halverwege was een horizontaal stuk waar een grote, zwarte, granieten bal lag met een diameter van 2.2 meter.
Tegen de muur hingen, in groepen van 3 stuks, goudkleurige balken.
Het plafond was iets gebogen als bij een gewelf wat het geheel een sfeer gaf alsof we in een kerk waren.
Het was adembenemend....
Weer buiten wandelden we langs de kust op zoek naar de gele pompoen.
Wat als een kleine, geel met zwarte stippen, pompoen begon, werd een pompoen van formaat toen we dichterbij kwamen.
Hij stond op een pier in de zee, bijna in het water omdat het vloed was.
In datzelfde gebied stond ook werk van Karel Appel.
Het laatste museum was Time Corridors.
Daar waren we gauw klaar mee.
Als we geen kopje thee aangeboden hadden gekregen waren we er in 15 minuten doorheen gelopen, we vonden er geen reet aan.
We namen de bus terug naar de haven om na een kop thee naar het badhuis te gaan.
Ook dat was kunst, pornografische kunst.
Aan de buitenkant leek het op een rommelig kunstwerk met veel kleur, van binnen was het schoon en sober met op de bodem van het 40cm diepe warme bad, tegels met pornografische afbeeldingen.
Op de muur tussen het jongetjes- en meisjesbad stond een olifant.
In de bank van de kleedkamer zat een schermpje waar een film werd afgedraaid met blote, duikende vrouwen.
Na 3 kwartier hadden we het daar ook wel gezien en doken een echte kroeg in.
Niet dat er veel bier te halen was, er was er slechts eentje van de tap, maar de man maakte de wereld aan cocktails!
Helaas voor hem was zijn kennis op dat gebied niet aan ons besteed.
We aten er wat en liepen naar ons onderkomen om de boel weer in te pakken.
Morgenochtend varen we terug naar Tokumatsu.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten