Wow, wat een mooi begin van de dag, een strak blauwe lucht, een temperatuur van net boven het vriespunt en geen, helemaal geen wind!
Na een kilometer lopen begonnen we aan de klim van de eerste berg van vandaag.Met een stijgingspercentage van 21%.
Op de fiets zou je voorwiel van het wegdek komen, zo stijl was het.
Gelukkig was het wegdek erop aangepast.
Er zaten van links naar rechts (of andersom) groeven in en als er treden waren zat er een antisliplaag op.
Langs de kant stonden her en der bezems om de gevallen bladeren op te ruimen.
Helemaal buiten adem van het klimmen veegde een meneer de bladeren bij elkaar.
Kijk, dat zijn nou van die rustmomenten die iedereen waarderen kan :-)
Ik heb nog geprobeerd of ik op zo’n heksenbezem sneller boven zou zijn maar helaas.
Het uitzicht, over de vallei waar Takamatsu in ligt, werd steeds mooier.
Wat een enorm grote stad was dat!
De eerste tempel had een aantal toegangspoorten achter elkaar waar doorheen we de grote tempel al zagen schitteren in de zon.
Het was een giga complex met een museum, een uitzichtpunt met zicht op zee, een pagode en 3 tempels.
Omdat we veilig wilden afdalen en geen halsbrekende toeren wilden uithalen om via het dal aan de volgende berg te beginnen, kozen we voor de asfaltweg.
Dat deze verboden was voor wandelaars kon ons deze zondagochtend even niet schelen en we passeerden de slagbomen gelijk met een vertrekkende auto.
Op een paar auto’s en een bus na, was de weg voor ons alleen :-)
Na een paar kilometer was er een pad door het bos voor de pelgrims, ook stijl maar prima te doen.
We passeerden de brug waar diverse schildpadden lekker in de zon lagen te bakken.
Ze plonsden het water in zodra onze schaduwen over hen heen schoven.
Nadat we voor een lunch hadden gezorgd in de Japanse Supermarkt, klommen we de tweede en laatste berg op voor vandaag.
Maar laat er nou na ongeveer een kilometer een tram staan, net zoiets als de cable-car in San Francisco.
Sieb had hem al zien staan maar een mevrouw die riep of we nog mee wilden naar boven, maakte mij attent op de tram.
De keuze was niet moeilijk en 10 minuten later stonden we bijna boven op de berg.
Naar de tempel was het nog een klein stukje lopen.
Boven het complex torende 5 bergtoppen uit, de vijf strijders.
Na het stempel zochten we een plekje in de zon voor onze lunch, heerlijk.
We daalden af en zagen ook nu weer borden staan met 21% maar dan voor het afdalingspercentage :-)
Vlak voor het dorp, waar we zouden slapen, was een plek met allerlei oude treinstellen.
Voor pelgrims was er een kop thee of een ijsje.
Wij kozen voor het ijsje maar kregen er ook nog een gepofte zoete aardappel bij :-)
Osettai....
Op weg naar de tempel kwamen we langs ons onderkomen, een Japanse Herberg, en lieten daar onze rugzakken staan.
Ook op dit complex stond een mooie pagode en diverse tempelgebouwen, zelfs eentje in het zachtroze.
Er was een Japanse tuin, van zo’n 20 x 6 meter met drie keien en aangeharkt grint.
Sieb was er helemaal weg van, ik vond het maar een kale bende.
We liepen terug naar de herberg, kregen een kamer met de vraag of we zo snel mogelijk in bad wilden gaan.
Waar hadden we dat eerder gehoord :-))
En dus zitten we nu schoon in onze kimono-badjassen te wachten tot het 18.00uur is voor het diner want dat wordt stipt om 18.00uur geserveerd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten